Zindelijkheid


De pasgeboren pup doet vanuit een reflex direct zijn behoefte als de moederhond zijn buikje likt. Na een dag of 16 verdwijnt deze reflex langzaam. Als de pup drie weken oud is dan loopt hij weg van het nest om ergens anders zijn behoefte te doen. Op de leeftijd van negen weken gaat de pup zich steeds meer concentreren op één plek qua locatie en ondergrond. Uw pup komt dus als het ware voorgeprogrammeerd bij u in huis. Zindelijkheidstraining haakt in op deze natuurlijke ontwikkeling. Zodra de pup bij u in huis komt laat u hem uit op de plek die u voor ogen heeft.


Een veel gemaakte fout is dat de pup de eerste dagen of zelfs weken in de tuin mag plassen. Misschien wel gemakkelijk maar die plek wordt dan snel een gewoonte. Later weer wisselen van plek kost u onnodig veel moeite. Sommige pups lopen dan een rondje op straat en wachten totdat ze thuis zijn om vervolgens in de tuin de behoefte te doen. Dus direct vanaf dag één naar een plekje dichtbij huis gaan waar u wilt dat het gaat gebeuren. Steeds naar dezelfde plek en daar ook elke keer wachten totdat de pup zijn plasje heeft gedaan. Niet teveel gaan lopen want de pup zal door de grote hoeveelheid prikkels die er buiten zijn vergeten om te plassen...totdat hij thuiskomt.!. Als er buiten niet is geplast hou de pup bij binnenkomst dan scherp in de gaten. Direct weer naar buiten gaan als hij aanstalte maakt. Natuurlijk de pup belonen met uw stem of een koekje als er op de gewenste plaats wordt geplast.


Wannneer en hoe vaak naar buiten.?.
Zindelijkheidstraining is niet meer of minder dan het voorkomen van 'ongelukjes' in huis en het stimuleren van behoefte-doen buitenshuis. Om ongelukjes te voorkomen is het belangrijk om de pup constant in de gaten te houden als hij vrij rondloopt. Lukt dat in de gaten houden niet dan is de pup in de bench. In het begin zal het moeilijk zijn om de signalen van uw pup te herkennen waarmee hij aangeeft dat hij zijn behoefte moet doen. Beter is te voorspellen wanneer hij dat zal moeten doen:

  • ná slapen
  • ná eten en drinken en dan vaak 20-30 minuten later weer
  • ná spelen of opwinding
  • bij het uit de bench komen
     

Dat betekent zo'n 10 keer per dag naar buiten. Hou vaste eettijden aan. Dat maakt het voorspellen voor u gemakkelijker. Pak de pup op als u hem mee naar buiten neemt. Daarmee voorkomt u ongelukjes op weg naar de deur. Later in de training zet u de pup voor de deur weer op de grond. Zo leert de pup dat dit gedrag gaat betekenen dat een tochtje naar buiten aanstaande is. In de toekomst zal de pup zelf bij de deur gaan zitten als hij naar buiten moet.


De nacht door
Sommige pups kunnen het direct de gehele nacht drooghouden. Sommige niet. Dan is het raadzaam om de wekker te zetten en de pup wakker te maken en te laten plassen. Zonder al te veel actie daarna weer terug in de bench. Zonodig twee keer per nacht. U gaat de wekker steeds later zetten, bijvoorbeeld 15 minuten of een half uur. Zo leert u uw pup de nacht door te komen.

Tot slot: bedenk dat zindelijk maken snel of langzaam kan gaan. Leg uzelf en daarmee uw pup niet teveel druk op en heb geduld.